Met de auto de weg op wanneer het licht is, is toch net even anders rijden, dan wanneer het donker is. Zeker wanneer de weersomstandigheden slecht zijn. Sommige mensen vinden het lastiger om te rijden zonder daglicht. Daarnaast kan iemand last hebben van nachtblindheid. We geven tips om met een gerust gevoel op pad te gaan tijdens de donkere perioden van de dag.
Iedereen kan wat minder zien wanneer het donker is, maar er is een verschil tussen wat minder zicht en slecht zicht. Wanneer u niet alles goed kunt zien, kan het zijn dat u nachtblind bent. U herkent dit wanneer uw ogen moeite hebben om te wennen aan een plotselinge overgang van licht naar donker en wanneer u in het donker slecht ziet met beide ogen. En bij nachtblindheid ziet u niets of bijna niets in het donker, terwijl u bij voldoende licht wel goed ziet. Is dat het geval, ga dan naar de huisarts.
Als u in het donker op pad moet, zorg er dan van tevoren voor dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn. Ga alleen in het donker op pad als u goed uitgerust bent. In het donker rijden kost meer concentratie en energie. Wanneer u vermoeid bent, is het zwaarder om te rijden in het donker. Zorg er daarnaast voor dat de ruiten van uw auto goed schoon zijn. Vuile ruiten verminderen het zicht en kunnen ook voor een vertekening van het zicht zorgen. Vergeet hierbij de binnenzijde van de ruiten niet. Kies zoveel mogelijk een route uit, die goed verlicht is.
Controleer ook of uw verlichting het goed doet, zodat u ook bij het ontbreken van goede verlichting voldoende ziet. Heeft u een oudere auto, controleer dan of uw koplampen niet dof zijn geworden. Vooral bij auto’s ouder dan 7 jaar neemt het risico daarop toe.
De overgang van een verlichte ruimte naar de donkere auto is makkelijker wanneer u uw ogen even de tijd gunt om hieraan te wennen. Neem daarom een paar minuutjes de tijd om te wennen aan het donker voor u de motor start. Houd tijdens het rijden iets meer afstand van andere weggebruikers, dan dat u bij daglicht doet.
Zorg voor een prettige temperatuur in de auto. Teveel warmte werkt versuffend en dat is niet goed voor de concentratie. En zorg voor frisse lucht in de auto. Dan blijft u goed scherp.
Door het felle licht van tegemoetkomend verkeer, kunt u verblind raken. Vermijd daarom zoveel mogelijk om in de koplampen van de andere weghelft te kijken. Houd uw ogen zoveel mogelijk op uw eigen weghelft gericht. Wanneer u verblind raakt, kunt u namelijk secondenlang minder goed zien, en dat is heel gevaarlijk. Wanneer u in uw achteruitkijkspiegel kijkt, kunnen ook de koplampen van auto's achter u voor overlast zorgen. Zet de achteruitkijkspiegel zo mogelijk op de anti-verblindstand.
Een mobiele telefoon kan u afleiden tijdens het rijden in een verder donkere omgeving. Zorg daarom dat u het niet kunt zien wanneer uw telefoon oplicht. Gebruikt u hem als navigatie, zet hem dan in nachtstand. Het scherm is dan minder fel.
(Bron: ANWB, AD, Autoweek, maxvandaag.nl)