Vierstroom Najaar 2024

Toen Helma Haggenburg (69) van de Randstad naar Scherpenzeel verhuisde, moest ze ‘weer helemaal’ opnieuw beginnen. Medische fitness gaf haar niet alleen lichamelijk en geestelijk meer kracht, het bracht ook een bijzondere vriendschap met dorpsgenoot Cobi Donselaar (72). Helma: ‘Ruim twintig jaar geleden kreeg ik een zeldzame ernstige bloedziekte. Een beenmergtransplantatie gaf me een tweede kans op het leven. Wel heb ik er autoimmuunfalen en een ‘frozen shoulder’ aan overgehouden. Na de verhuizing van de randstrad naar Scherpenzeel, klopte ik direct bij een huisarts aan. Waar kon ik terecht voor een behandeling aan mijn schouder? Via de fysiotherapeut belandde ik bij de medische fitness. Hierbij werk je in groepsverband en onder begeleiding aan je fitheid en herstel.’ Cobi: ‘Ik liep daar toen al een paar maanden rond omdat ik borstkanker heb gehad. De eerste keer dat ik een praatje maakte met Helma, was na afloop buiten bij de fietsen. Na het sporten gaan we altijd, met wie dat wil, nog even koffiedrinken. “Schuif de volgende keer ook gezellig aan!”, zei ik toen.’ Helma: ‘Ik was helemaal nieuw in het dorp en kende weinig mensen. Dus ik was blij met Cobi’s voorstel.’ Cobi: ‘Als vanzelf hadden we het over ons ziekzijn. Logisch, want medische fitness doe je niet voor je zweetvoeten. Iedereen heeft een verhaal. De één praat daar wat makkelijker over dan de ander. Helma was vanaf het begin heel open.’ Helma: ‘Het koffiedrinken was en is een feest der herkenning, ook met de anderen. Het is mooi om lief, leed en leuks te kunnen delen en te horen hoe eenieder daarmee omgaat.’ Een gemeenschappelijke deler Helma: ‘Inmiddels sporten we hier twee keer per week. Het doet me goed om in beweging te zijn, zowel lichamelijk als geestelijk. Natuurlijk is het ook heel gezellig, zeker tijdens het koffiedrinken. Maar onder het sporten ben ik niet altijd zo praterig hoor.’ Cobi, lachend: ‘Nou, jij komt vaak al kletsend binnen.’ Helma: ‘Ja, om iedereen eventjes te begroeten. Daarna wil ik me richten op het sporten.’ Cobi: ‘Dat is waar.’ Helma: ‘Maar natuurlijk geeft het sporten ook sociaal een boost; het zorgt voor verbinding. Zeker als nieuweling in een gemeenschap is het een mooie manier om mensen te leren kennen. Dat je door de winkelstraat loopt en toch wat koppies herkent, een praatje hebt. Dat is leuk.’ Cobi: ‘Ook voor mij, hoor. Terwijl ik al vijftig jaar hier woon. We zijn een gezellige club samen, met een gemeenschappelijke deler. Dat schept een band. En dat motiveert ook nog eens. Soms heb ik echt geen zin om te sporten. Maar omdat ik weet dat jullie er zijn, ga ik meestal wel.’ Helma: ‘Eigenlijk ben jij voor mij wel de verbindende factor in Scherpenzeel. Deze plek is meer een thuis geworden, mede door jou. In de sportzaal kreeg ik van je de uitnodiging om aan te schuiven bij jullie kerst- traditie ommet het hele gezin een dag kerststukken te maken. Van crosstrainer naar kerststuk, hoe mooi kan het lopen!’ Cobi: ‘Sinds een tijdje trekken we er ook vaak op de donderdagochtend opuit.’ Helma: ‘Dan gaan we wandelen met de ouderen uit het verzorgingstehuis. Even een rondje door het park of het dorp. Omdat we als geen ander weten wat bewegen en eruit zijn met je doet.’ Cobi: ‘En ook daarna gaan we weer koffiedrinken. Wel zo gezellig!’ ‘ Soms heb ik echt geen zin om te sporten, maar omdat ik weet dat jullie er zijn, ga ik meestal wel’ - Cobi 17

RkJQdWJsaXNoZXIy NTc0OTk=