Previous Page  11 / 24 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 11 / 24 Next Page
Page Background

vier

str

oommagazine

11

In zijn boek Op naar Geluk schrijft Ap Dijksterhuis (48),

organisatieadviseur en hoogleraar psychologie aan de Radboud

Universiteit in Nijmegen, dat we ons geluk voor een belangrijk deel zelf

kunnen beïnvloeden.

Dijksterhuis:

“Als we naar de gemiddelden

kijken zijn genen voor ongeveer 40 procent

bepalend voor ons geluk, omstandigheden

voor 10 procent en de rest hebben we zelf in

de hand. Maar let wel: dit zijn gemiddelden,

per individu kunnen er sterke verschillen zijn.

Als je in Syrië woont, spelen de omstandig-

heden waarschijnlijk een grotere rol, en als je

lijdt aan hevige schizofrenie is die grotere rol

voor de genen.

Wat de exacte percentages ook zijn: ik weet

wel zeker dat we ons geluk voor een groot

deel zelf in de hand hebben. Sociale contac-

ten, een onafhankelijke geest, werk dat je niet

voor het geld, maar vanwege een innerlijke

motivatie doet: het zijn allemaal factoren

waar je zelf invloed op hebt én die bijdragen

aan je geluk. Ook wat je met je geld doet is

belangrijk: ervaringen en tijd kopen – bijvoor-

beeld door een schoonmaakster te nemen

– of anderen helpen, doen meer voor je geluk

dan spullen kopen.

We hebben ons in ons onderzoek naar geluk

lange tijd laten leiden door westerse filoso-

fen, maar ik denk dat we ook veel kunnen

leren van boeddhisten. Die zijn op zoek naar

gemoedsrust en zien dat als belangrijkste

bepaler van geluk: een situatie waarin ze ner-

gens bang voor zijn, geen pijn lijden en geen

negatieve emoties hebben. Dat bereiken ze

door te mediteren. We zien ook dat mensen

die dat regelmatig doen, gelukkiger zijn.

Over het algemeen zie je dat mensen die

ouder worden, steeds iets gelukkiger wor-

den. Alleen in de laatste jaren van het leven

gaat die lijn weer wat omlaag. Eenzaamheid

is hiervan een belangrijke oorzaak, maar

bijvoorbeeld ook een gebrek aan regie over

het eigen leven, doordat mensen op oudere

leeftijd niet meer alles kunnen. Ook voelen

ouderen zich aan het einde van hun leven

vaak niet meer zo nuttig. Ouderen die vrijwil-

ligerswerk doen, zijn daarom gelukkiger dan

ouderen die dat niet doen.

Wat op latere leeftijd het sterkst samen-

hangt met geluk is optimisme. Mensen die de

toekomst positief tegemoet zien, zijn geluk-

kiger dan mensen die dat niet doen. Gelukkig

kun je optimisme trainen. Bijvoorbeeld door

elke avond drie dingen op te schrijven die die

dag goed gingen. Het lijkt misschien simpel,

maar uit onderzoek blijkt dat mensen die dit

langere tijd volhouden, echt optimistischer

worden.

Zelf doe ik het ook sinds een paar jaar.

Gisteren bijvoorbeeld was ik er blij mee dat ik

voor het eerst in lange tijd weer had gesport,

dat ik drie uitnodigingen kreeg om een lezing

te komen geven en dat de illustraties voor een

kinderboek, dat ik met mijn vriendin aan het

schrijven ben, prachtig worden.”

‘Anderen helpen

doet veel voor je geluk’

‘Over het

algemeen zie je

dat mensen die

ouder worden,

steeds iets

gelukkiger worden’

Organisatieadviseur

en hoogleraar

psychologie

Ap Dijksterhuis